donderdag 1 februari 2024
De tijd is volbracht voor Mij om bij jullie te komen. Ik kom naar mijn vrienden
Verschijning van de Koning der Barmhartigheid op 25 januari 2024 aan Manuela in Sievernich, Duitsland

Ik zie een grote gouden bol van licht die boven ons in de lucht zweeft. Rechts ervan zijn drie kleinere gouden bollen van licht en links ervan vier kleinere gouden bollen van licht die in de lucht boven ons zweven. De Koning der Barmhartigheid komt bij ons uit de grote gouden sfeer van licht in de gedaante van Praag met een groot gouden koninklijk diadeem, gekleed in het gewaad en mantel van Zijn Kostbaar Bloed. Hij draagt een groot gouden scepter in Zijn rechterhand. Op de gouden bol van dit scepter is een kruis gemaakt van robijnen. Hij heeft kort bruin krullend haar en blauwe ogen. De hemelse Koning draagt Zijn hart open met een vlam en een kruis op Zijn hart. De vlam van Zijn hart glimt van liefde. In Zijn linkerhand houdt de Heer een lelieplant met zeven witte lelies, drie ervan gesloten boven aan de lelieplant en een rode lelie onderaan rechts aan de lelieplant. Engelen komen uit de kleinere bollen van licht tevoorschijn. Zij zijn gekleed in eenvoudig, stralend wit gewaad. De heilige engelen zingen het "Sanctus" uit de "Missa de Angelis". Knielend in de lucht spreiden zij over ons de mantel van het Kostbaar Bloed van de Koning der Barmhartigheid. De Heer nadert en Hij spreekt:
"In naam des Vaders, en des Zoons - dat ben Ik - en des Heiligen Geestes. Amen. De tijd is volbracht voor Mij om bij jullie te komen. Ik kom naar mijn vrienden."
Nu komt de Heer weer dichterbij ons toe en spreekt:
"Want, ik houd van jullie met al Mijn hart! Kijk niet naar het fout van deze wereld, naar de geest der tijd. Ik ben bij jullie en jullie kunnen Mij ontvangen als uwe Koning der Barmhartigheid. Vrede is in groot gevaar. Daarom is uw biddende verzoening zo belangrijk. Ik kom niet om jullie te bedreigen, maar ik waarschuw jullie! Luister naar mijn woorden! Als jullie berouwen, als jullie bidt, als jullie leven in de sacramenten die Ik jullie geef door de Heilige Kerk, dan zult jullie niet lijden. Wanneer ik over dit lijden spreek, roep ik jullie op om de oorlog te voorkomen, het uitbreiden van de oorlog. Ik wil jullie redden tot eeuwig leven. Maar hoe zullen jullie vrede vinden wanneer het bloed van ongeboren kinderen naar de hemel schreeuwt en Satan jullie weer en weer verleidt en jullie in nieuwe oorlogen leidt? Ik ben uw weg. Ik ben uw uitweg. Kijk naar Mij! Laat jullie niet misleiden! Ik ben uw heil, ik ben uwe Verlosser! Neem mijn weg aan, de weg der barmhartigheid. Dit is jullie uitweg, jullie heil! Als jullie vandaag met mij deze weg begint te bewandelen, zal de oorlog zich niet verspreiden. Ik roep mensen op om naar mijn woord te luisteren! De oorlog zou jullie vandaag en morgen niet treffen, maar in de toekomst. Val op jullie knieën en smacht tot barmhartigheid en alles zal genezen want ik ben uwe Verlosser. Het hangt van jullie af, dierbare vrienden, hoe veel jullie hart openen. Als jullie hart open is en gevuld met de liefde des Vaders, dan zal er vrede zijn."
Wij worden beschermd onder de mantel van de Koning der Barmhartigheid alsof onder een tent. De zeven heilige engelen brengen aan de Heer een huis. De Koning der Barmhartigheid wijst naar het huis en daarna naar Zijn grote gouden koninklijk diadeem en spreekt met mij over dit huis.
M.: "Dit is Uw kroon, Heere, ja! Dit huis is Uw kroon en die van de aartsengel en Sint-Jozef. Wat er in hem moet gebeuren, vraagt Gij mij?"
Nu zie ik de Koning der Barmhartigheid, Zijn heilige wonden dragend die schijnen als robijnen. De Hemelse Koning spreekt:
"Door Mijn wonden worden de wonden van de mensen genezen!"
De Koning der Barmhartigheid geeft mij Zijn wonde aan Zijn linkervoet om te vereren en ik mag Zijn linkervoetswonde aantasten.
M.: "Kostbaar bloed van Christus!"
Nu zie ik de Koning der Barmhartigheid die de lelieplant in Zijn linkerhand vasthoudt. De wortel van het leliepad is de Vulgata (Heilige Schrift). Ik zie de open Bijbelpassage uit de Vulgata. Dit is Hebreeën 2.
De Koning der Barmhartigheid spreekt:
"Bid het gebed van de jongemannen in de vuuroven, en bid het met ijver en ernst. Dit is het voortdurende gebed, het ijverde gebed."
Er wordt een persoonlijk bericht gegeven.
De Koning der Barmhartigheid spreekt:
"Ook in deze tijd van bedrief schen ik Mijn barmhartigheid! Weet en herken dit. Laat je niet ontmoedigen. Dierbare vrienden, gij wordt geroepen om op te breken! Ik zei dat Ik jullie liefhebben met al Mijn hart en Ik kan tot jullie spreken als Koning der Barmhartigheid en als een kind. De nederige zullen Mijn woorden begrijpen. De hoogmoedigen zullen hen verwerpen. Bleef in de liefde, wat er ook gebeurt. Ik ben liefde zelf en Ik ben jullie weg. Ik ben de Koning der Barmhartigheid."
De Hemelse Koning neemt Zijn scepter naar Zijn Hart en het wordt het Aspergillus van Zijn Kostbaar Bloed, ook voor de zieke en lijdende die thuis zijn gebleven en allen die hier en elders zijn, die aan Hem denken en met Hem in gebed verenigd zijn. Nu besprenkelt de Koning der Barmhartigheid ons met Zijn Kostbaar Bloed en zegent ons:
"In de naam van de Vader en van de Zoen - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen."
De genadige Koning wenscht het volgende gebed van ons:
"O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden..."
Wij bidden dit gebed.
De Koning der Barmhartigheid zegt dat Hij ons zal begeleiden en spreekt:
"Gij zult je niet zorgen over de tijden, maar opbreken en de weg van het hemel kozen. Dit is Mijn woord aan jullie. Gij bent niet alleen. Ik ben bij jullie. Amen."
De Hemelse Koning keert terug in het licht en zo doen ook de engelen. De Heer verdwijnt in het licht, evenals de heilige engelen.
Dit bericht wordt gegeven zonder voorbehoud van oordeel door de Rooms-Katholieke Kerk.
Copyright. ©
Kijk naar het Bijbelvers Hebreën 2 voor de boodschap.
De brief aan de Hebreeën, Hoofdstuk 2
1 Daarom moeten wij nog nauwgezet letten op wat we hebben gehoord, om niet te vergeten.
2 Want als het woord dat door engelen werd gesproken, vast stond en elke overtreding en ongehoorzaamheid een gerechte beloning ontving:
3 Hoe kunnen we ontsnappen als wij zo'n grote zaligheid verwaarlozen? Die begon te worden verkondigd door de Heer en werd ons bevestigd door hen die Hem hoorden.
4 God getuigde ook van hen door tekens, wonderen, verschillende krachten en uitdelingen van de Heilige Geest volgens Zijn eigen wil.
Jezus zoals Zijn Broeders
5 Want God heeft niet aan engelen het komende wereldrijk onderworpen, waarvan wij spreken.
6 Maar er is iemand die getuigd heeft op een bepaalde plaats: Wat is de mens dat Gij hem in Gedachten hebt? Of de zoon van de mens dat Gij naar hem omkijkt?
7 U hebt hem iets minder gemaakt dan engelen; met glorie en eer hebben Uw hem gekroond, en over het werk van Uw handen hebt Uw hem gezet:
8 Alles heeft Hij onder zijn voeten gelegd. Want toen Hij alles aan hem onderwierp, liet Hij niets ononderworpen; maar nu zien wij nog niet dat alles aan hem is onderworpen.
9 Maar we zien Jezus, die iets minder gemaakt was dan de engelen, om het lijden van de dood te doorstaan en met glorie en eer gekroond werd: opdat Hij door Gods genade voor allen zou proeven van de dood.
10 Want het behoorde Hem wel, voor Wie alles is en door Wie alles is, die veel kinderen tot glorie bracht, om de auteur hunner zaligheid te volmaken door Zijn lijden.
11 Want Hij die heiligt en zij die geheiligd worden zijn allen van één; daarom schaamt Hij zich niet hen broeders te noemen, zeggende:
12 Ik zal Uw naam verkondigen aan Mijn broeders; in de midden van de gemeente zal ik U prijzen.
13 En weer: Op Hem zal ik vertrouwen. En wederom: Zie, ik en mijn kinderen die God mij gegeven heeft.
14 Daarom omdat de kinderen vlees en bloed zijn genomen hebben, ook Hij zelf op dezelfde wijze aan het lijden is onderworpen; opdat door den dood Hij hem zou vernietigen die het rijk van den dood had, dat is: den duivel.
15 En hen bevrijden die hun hele leven lang door de vrees voor de dood in slavernij waren gehouden.
16 Want nergens neemt Hij engelen bij, maar het zaad van Abraham neemt Hij bij.
17 Daarom moest hij in alles gelijk worden aan zijn broeders, opdat hij een barmhartig en getrouw priester zou kunnen zijn voor God, om verzoening te brengen voor de zonden van het volk.
18 Want door wat hij zelf heeft gelijd en is beproefd, kan hij ook hen helpen die worden beproefd.
Bronnen: